Verbruiksfunctie
Wat is de verbruiksfunctie?De consumptiefunctie, of Keynesiaanse consumptiefunctie, is een economische formule die de functionele relatie weergeeft tussen de totale consumptie en het bruto nationaal inkomen. Het werd geïntroduceerd door de Britse econoom John Maynard Keynes, die stelde dat de functie kon worden gebruikt om de totale totale consumptie-uitgaven te volgen en te voorspellen.
01:42Verbruiksfunctie
Hoe de verbruiksfunctie werkt
De klassieke consumptiefunctie suggereert dat de consumentenbestedingen volledig worden bepaald door het inkomen en de veranderingen in het inkomen. Indien waar, zouden de totale besparingen evenredig moeten toenemen naarmate het bruto binnenlands product (bbp) in de loop van de tijd groeit. Het idee is om een wiskundig verband te creëren tussen besteedbaar inkomen en consumentenbestedingen, maar alleen op geaggregeerde niveaus.
De stabiliteit van de consumptiefunctie, gedeeltelijk gebaseerd op de psychologische consumptiewet van Keynes, vooral in tegenstelling tot de volatiliteit van investeringen, is een hoeksteen van de Keynesiaanse macro-economische theorie. De meeste post-Keynesianen geven toe dat de consumptiefunctie op de lange termijn niet stabiel is, omdat consumptiepatronen veranderen naarmate het inkomen stijgt.
De verbruiksfunctie berekenen
De verbruiksfunctie wordt weergegeven als:
C = A + MDwhere: C = ConsumentenbestedingenA = Autonoom verbruik M = Marginale neiging om te consumeren \ begin {uitgelijnd} & C \ = \ A \ + \ MD \\ & \ textbf {waar:} \\ & C = \ text {Consument uitgaven} \\ & A = \ text {Autonoom verbruik} \\ & M = \ text {Marginale neiging om te consumeren} \\ & D = \ text {Real besteedbaar inkomen} \ end {gericht} C = A + MDwhere: C = Consument uitgavenA = Autonoom verbruikM = Marginale neiging tot consumeren
Veronderstellingen en implicaties
Veel van de Keynesiaanse doctrine draait om de frequentie waarmee een bepaalde bevolking nieuw inkomen uitgeeft of spaart. De multiplier, de consumptiefunctie en de marginale neiging om te consumeren zijn cruciaal voor Keynes 'focus op uitgaven en de totale vraag.
De verbruiksfunctie wordt verondersteld stabiel en statisch te zijn; alle uitgaven worden passief bepaald door het niveau van het nationale inkomen. Hetzelfde geldt niet voor besparingen, die Keynes 'investeringen' noemde, niet te verwarren met overheidsuitgaven, een ander concept dat Keynes vaak definieerde als investeringen.
Het model is alleen geldig als de consumptiefunctie en onafhankelijke investeringen lang genoeg constant blijven om het nationale inkomen in evenwicht te brengen. In evenwicht komen zakelijke verwachtingen en consumentenverwachtingen overeen. Een potentieel probleem is dat de consumptiefunctie veranderingen in de verdeling van inkomen en vermogen niet aankan. Wanneer deze veranderen, kunnen ook autonome consumptie en de marginale neiging om te consumeren veranderen.
Andere versies
In de loop van de tijd hebben andere economen de Keynesiaanse consumptiefunctie aangepast. Variabelen zoals werkonzekerheid, leenlimieten of zelfs de levensverwachting kunnen worden opgenomen om de oudere, grovere functie te wijzigen.
Veel standaardmodellen komen bijvoorbeeld voort uit de zogenaamde 'levenscyclus'-theorie van consumentengedrag, zoals ontwikkeld door Franco Modigliani. Zijn model maakte aanpassingen op basis van de invloed van inkomsten en liquide kassaldi op de marginale neiging van een individu om te consumeren. Deze hypothese bepaalde dat armere individuen waarschijnlijk een hoger inkomen zouden uitgeven dan rijke individuen.
Milton Friedman bood zijn eigen eenvoudige versie van de consumptiefunctie aan, die hij de 'permanente inkomstenhypothese' noemde. Met name het Friedman-model maakte onderscheid tussen permanent en tijdelijk inkomen. Het breidde ook het gebruik van de levensverwachting door Modigliani uit tot oneindig.
Meer geavanceerde functies kunnen zelfs het beschikbare inkomen vervangen, waarbij rekening wordt gehouden met belastingen, overdrachten en andere inkomstenbronnen. Toch komen de meeste empirische tests niet overeen met de voorspellingen van de verbruiksfunctie. Statistieken tonen frequente en soms dramatische aanpassingen in de verbruiksfunctie.
Vergelijk beleggingsrekeningen Aanbieder Naam Beschrijving Adverteerder Openbaarmaking × De aanbiedingen die in deze tabel worden weergegeven, zijn afkomstig van samenwerkingsverbanden waarvan Investopedia een vergoeding ontvangt.