Bankonderzoek
Wat is een bankonderzoek?Een bankonderzoek is een evaluatie van de veiligheid en soliditeit van een bank. De primaire focus ligt op een onderzoek van de activa en passiva van de bank, maar het examen omvat meestal ook een beoordeling van de naleving van voorschriften en normen, de naleving van verschillende wetten (zoals waarheid-in-leningen) en een onderzoek van de elektronische gegevensverwerkingssystemen.
De Comptroller of the Currency voert onderzoeken uit voor nationale banken, terwijl de Federal Deposit Insurance Corporation (FDIC) of de nationale bankafdeling die verricht voor door de staat gecharterde banken. Voor bankholdings voert de Amerikaanse Federal Reserve Board onderzoeken uit.
Inzicht in een bankonderzoek
Bij het evalueren van de veiligheid en soliditeit van een instelling volgen examinatoren het CAMELS-systeem: kapitaaltoereikendheid, activakwaliteit, management, winst, liquiditeit en gevoeligheid (voor systeemrisico). Banken ontvangen een rangorde op een schaal van één tot vijf in elke categorie, samen met een algehele beoordeling, waarbij één de sterkste en vijf de zwakste is. Regelgevers zullen banken met CAMELS van vier en vijf op een volglijst plaatsen en deze nauwlettend volgen.
De CAMELS-criteria voor bankonderzoeken
CAMELS nog verder opsplitsen:
C staat voor kapitaaltoereikendheid en zorgt ervoor dat een bank het vereiste kapitaal behoudt om schokken in haar systeem te weerstaan. De kapitaaltoereikendheidsratio (CAR) meet het Tier 1-kapitaal en het Tier 2-kapitaal van een bank.
A staat voor activakwaliteit, wat een beoordeling of evaluatie van het kredietrisico met betrekking tot de rentedragende activa van een bank, zoals leningen, kan inhouden. Ratingorganisaties kunnen ook kijken of de portefeuille van een bank naar behoren is gediversifieerd.
M staat voor management. Regelgevers willen ervoor zorgen dat de leiders van banken de sterke en zwakke punten van hun instelling begrijpen, een operationele strategie hebben en specifieke plannen hebben gemaakt om verder te gaan in een bepaalde regelgevingsomgeving.
E staat voor inkomsten. Bankrekeningen zijn vaak complexer dan die van andere bedrijven, gezien de verschillende bedrijfsmodellen van banken. Banken nemen deposito's van klanten aan en betalen rente over de fondsen die worden aangehouden voor cheques, spaargeld of geldmarktrekeningen. Om inkomsten te genereren, zullen banken zich vervolgens omdraaien en deze fondsen sturen, in de vorm van investeringen of in de vorm van leningen aan andere klanten, die rente over hen ontvangen. Hun winsten komen van de spreiding tussen de koers die zij betalen op gestorte fondsen en de koers die zij ontvangen van leners en beleggers.
L staat voor liquiditeit. Dit is een maatstaf voor het vermogen van de bank om aan haar financiële verplichtingen te voldoen met direct beschikbare activa. Gangbare liquiditeitstests omvatten de huidige ratio, zuurtest of snelle ratio (die voorraden uitsluit van de huidige ratio) en de cashratio.
Ten slotte staat S voor bankgevoeligheid, oftewel de omvang waarmee systemische factoren, zoals politieke onrust of rentewijzigingen, de instelling kunnen beïnvloeden.